Honderd jaar veebegrazing op Oost-Ameland

BUREN De Vennoot op Ameland bestaat honderd jaar. Ter gelegenheid daarvan werd zondag het eeuwfeest gevierd met de overhandiging van het jubileumboek ‘100 jaar Fe’noat op Ameland’. Dit gebeurde bij het landbouw/juttersmuseum Swartwoude, waar een expositie over de Vennoot is ingericht.

Gep Kienstra en Willem Kooiker kregen uit handen van voorzitter Rudolf Beijaard de eerste exemplaren van het rijk geïllustreerde boek. Kienstra is 25 jaar secretaris geweest en Kooiker was dertig jaar bestuurslid van ‘de Vennoot’, zoals de Maatschappij tot exploitatie van onroerende goederen op het Oosteinde, Oerd en Neerlands Reid in de volksmond wordt genoemd.

De zee had vroeger vrij spel op de oostkant van het eiland, totdat de Kooioerdstuifdijk werd aangelegd. Vanaf toen liep de zandplaat alleen maar vanaf de Waddenzee onder water. Door aanslibbing ontstond een kwelder waar op den duur vee kon weiden.

De Vennoot werd opgericht als naamloze vennootschap, in 1972 werd het omgezet in een besloten vennootschap om te voorkomen dat aandelen in ‘vreemde’ handen zouden vallen. Het gebied was oorspronkelijk alleen bestemd voor veebegrazing, later kregen ook recreatie en weidevogelbeheer een rol. Op dit moment zijn er 560 aandelen uitgegeven aan 310 aandeelhouders.

Alle aandeelhouders waren zondag uitgenodigd om als eersten de expositie te bezichtigen. Vanaf maandag is de tentoonstelling voor iedereen toegankelijk, want net als de andere musea op Ameland mochten dit weekeinde de deuren weer open voor het publiek.

Nieuw bij Swartwoude zijn de deze winter gebouwde dierenverblijven. Om het museum met name voor de jeugd aantrekkelijker te maken is er elke dag diervoeren en is er in de maanden juli en augustus elke woensdag een wolworkshop. Op de dinsdagen zijn er workshops schilderen en speksteensnijden in het Sorgdragermuseum in Hollum, eveneens in juli en augustus.

Fotobijschrift: Gep Kienstra, Rudolf Beijaard en Willem Kooiker (van links naar rechts) met de eerste exemplaren van het jubileumboek. Op de achtergrond kijkt veehoeder Theo Beijaard toe.

Foto Koos Molenaar